Actief natuurbehoud door het stadsbestuur van Rijsel
De stad Rijsel zet zich al meer dan 20 jaar in voor het behoud van de biodiversiteit. In het verleden werden er al verschillende projecten en programma's op touw gezet, onder meer voor gedifferentieerd beheer in 2001, voor biodiversiteitsherstel in 2005 en voor pesticidenvrij telen in 2008. Het Biodiversiteitsplan van de stad volgde in 2011. Dat biodiversiteitsplan omvat verschillende, elkaar aanvullende aspecten: kennis over de biodiversiteit, kennisoverdracht aan de bezoekers, milieubeheer, onderzoeksactiviteiten en collectief beheer. In de praktijk is dat dagelijks zichtbaar door het milieubeheer van de natuurgebieden van de Citadel en door belangrijke maatregelen om de biodiversiteit te beschermen en het milieu te herstellen. Hieronder vind je verschillende concrete voorbeelden: Beheer- en beplantingstechniekenBegrazing van natuurgebieden sinds 2007. Maakt mechanisch maaien onnodig, waardoor bepaalde bloemen die normaal niet zouden overleven en de insectensoorten die ze aantrekken, worden beschermd. Dankzij die begrazing komen coprofage dieren, die zich voeden met de uitwerpselen van schapen, koeien of paarden, ook vaker voor. Bloemenweides: de stad zaait op verschillende plaatsen bloemenweides, zoals op het Plaine Félix Grimonprez (ook wel Plaine des Sports genoemd) waar in 2022 klaprozen en korenbloemen geplant werden. De weilanden hebben een ander doel voor de verschillende diersoorten: ze bieden een thuis aan insecten, dragen bij aan de bestuiving en kunnen ook ruimte bieden aan zandbijen (die hun holletjes in de grond graven). Keuze van de plantensoorten: door bepaalde soorten aan te planten, kunnen de levensomstandigheden van bepaalde diersoorten beschermd of verbeterd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld hazelaars geplant voor de rode eekhoorn, sporkehout voor de rups van de citroenvlinder, die bijna uitsluitend hiervan leeft, en waterlelies voor de kanaaljuffer. Herstel en milieubeheer van het domeinAanleg, herstel en bescherming van vijvers: het Citadelpark telt momenteel een twintigtal vijvers die de habitat zijn van een deel van de parkfauna (met name libellen en amfibieën). Er worden ecologische projecten georganiseerd waaraan iedereen kan meewerken om deze kostbare gebieden voor de biodiversiteit te helpen herstellen of creëren. Heraanleg van rivieroevers: erosie kan schade toebrengen aan de rivieroevers en de daar ontstane biodiversiteit. Door die oevers opnieuw aan te leggen, kunnen ze opnieuw begroeid raken en wordt de erosie beperkt, waardoor er onder andere nieuwe broedplaatsen voor de ijsvogel konden ontstaan. Ontbossing van de hoogste delen van de omwalling: bomen op de omwalling die niet stevig wortelen, kunnen omvallen en zo de omwalling verwoesten. Ze verliezen ook veel bladeren, die in het water terechtkomen. Bacteriën en kroos gaan daar woekeren, waardoor de waterkwaliteit vermindert. Door de bovenzijde van de omwalling vrij te maken, kan de flora die vroeger vaker voorkwam opnieuw opduiken, zoals het geval is bij de gulden sleutelbloem. De kuddes schapen en geiten helpen ook om de groei van houtige gewassen te beperken. Bouw van schuilplaatsen, nestkasten en toevluchtsoordenDe stad zorgt voor talrijke schuilplaatsen en nestkasten voor de fauna van het park: de ondergrondse gangen zijn ingericht zodat vleermuizen er kunnen overwinteren en in de omwalling zijn nestkasten voor hen geïnstalleerd. Tussen de bomen zijn ecoducten gebouwd boven de rivier de Deule zodat eekhoorns zich veiliger kunnen verplaatsen. Er kunnen ook schuilplaatsen gecreëerd worden met behulp van dood, niet weggehaald hout. Dit kan een thuis bieden aan insecten en kleine fauna. Het dode hout kan op verschillende manieren dienst doen. De eerste manier is als rechtstaande boomstam zonder takken of bladeren. In die vorm is het dode hout nuttig voor de grote bonte specht, die holtes uithakt die vervolgens kunnen worden gebruikt door andere vogels, insecten en vleermuizen. De tweede manier is gestapeld. Dan kan het een schuilplaats bieden aan egels, steenmarters of eikelmuizen. Strijd tegen lichtvervuilingMet het LUCIOLE-project (LUmière Citadine Optimisée pour L'Environnement), dat wordt gesteund door de Europese Unie, wil het Citadelpark in Rijsel de biodiversiteit herstellen en tegelijkertijd de kwaliteit van de verlichting voor de bezoekers verbeteren. Dit project werd eind 2017 in werking gesteld. Dankzij LUCIOLE kan de verlichting aangepast en geoptimaliseerd worden zodat de natuurlijke habitat van vleermuizen en motten niet verstoord wordt, maar je er toch veilig kan rondlopen. Het systeem detecteert beweging om het licht in te schakelen en regelt de kleurtemperatuur om zo de lichtvervuiling sterk te beperken. Na twintig seconden wordt het licht uitgeschakeld of gedimd. Voor dit project wordt gebruik gemaakt van de nieuwste generatie apparatuur, verbindingen en afstandsbedieningssystemen in de avenue Mathias-Delobel, de allée Arlette-Gruss, het Rijselse deel van de Grand Carré-sector en de pont Léon-Jouhaux. Zoektocht naar kennisDe stad inventariseert regelmatig de biodiversiteit: jaarlijks worden amfibieën, overwinterende vleermuizen, libellen en ijsvogels opgevolgd. De tuiniers dragen ook bij aan die kennis door vlinders (PROPAGE-protocol) en de flora van de weilanden (FLORILEGE-protocol) te inventariseren. Dat inventarisatieproces is essentieel om een beter inzicht te krijgen in de biodiversiteit van het park en om te bepalen hoe die kan worden gegarandeerd. Bovendien werkt het Citadelpark regelmatig samen met nabijgelegen universiteiten (Universiteit van Rijsel, Katholieke Universiteit van Rijsel, Universiteit van Bergen, enz.). Samen doen ze dan onderzoek naar specifieke thema's. Enkele voorbeelden daarvan zijn: de studie van bestuivers, de biodiversiteit van groene plekjes in de stad, de verduistering van zones om lichtvervuiling tegen te gaan, enz. Daarnaast nemen ook onderzoeksbureaus deel aan het onderzoek naar lokale biodiversiteit. |